Luther en Bach
De Johannespassion (1723)
Het evangelie naar Johannes gaat vooral over de Zoon van God. Het komt er op aan om dat te geloven. Bach heeft dat goed begrepen en het getuigt ook van zijn diepe inzicht in de Schriften. Dat is het verschil met de ‘Mattheus’, die hij later zal schrijven (1729). Hij was een diep-gelovig mens en de luisteraar zou dat ook moeten zijn, wil je de passion volledig vatten… (Prof. G. van der Leeuw)
In een nieuw boek Michael Marissen, Bach tegen de moderniteit, pleit deze schrijver ervoor Bach niet te annexeren als een voorloper van de moderne tijd. Op zichzelf gericht, liberaal, de individuele kunstenaar. Hij vindt dat onuitstaanbaar. Ook de bekende Gardiner ontkomt niet aan zijn kritiek. Die beweert namelijk dat als musici samenkomen om goede muziek te maken, zij vervolgens dezelfde ‘god’ ervaren als Bach deed als hij over God met zijn genade spreekt. Ongeacht de ‘god’ waarin we geloven. Dat zit er volkomen naast zegt Marissen. Verdiep je in de historische context zegt hij. Veel moderne Bachluisteraars zullen dit irritant vinden maar ik denk dat het waar is. Bach speelt niet met zijn geloof in noten uitgedrukt, hij meent het ook. Daar komt bij dat Bach zijn passiemuziek niet voor de concertzaal schreef, maar voor de kerk. Rondom de kansel en om de preek heen.
Het is Bachs eerste bewerking van het lijdensverhaal. Afgezien van de Mattheus heeft Bach waarschijnlijk nog twee (of drie) passies geschreven, waaronder die naar het Marcus- en Lucasevangelie. Deze zijn ons niet overgeleverd. (of liggen onderin een kast)
De Johannespassion heeft een zekere felheid, met emotionele en confronterende teksten, als:
-Du, der ware Gottes Sohn (openingskoor)
-Von den Stricken meiner Sünden (geen avondje uit dus)
-Mich zu entbinden (dat heb ik niet nodig)
-Wird mein Heil gebunden (aria)
-Ach groszer König, grosz zu allen Zeiten (koraal)
-Durch dei Gefängnis, Gottes Sohn, musz uns die Freiheit kommen (koraal)
-Ist aller Welt Erlösung da? Als zu mir, der mich versühnt.
Het stuwende karakter doet denken aan de opera, zoals die toen in de mode kwam. Maar Johann Sebastian wil dit niet, dramatiseren is niet de bedoeling, zoals hier en daar wel gebeurt (smi-scenisch).
Even praktisch: Bach schreef de passion als sollicitatiestuk voor Leipzig. Het is pas uitgevoerd na zijn verhuizing naar Leipzig en ook niet veel vaker, twee of drie keer, en dan te bedenken, dat wij dit meesterwerk eindeloos kunnen beluisteren via cd en computer. In de auto en aan het strand, zo men wil. Wat een rijkdom.