Voor onze kerk (Verbindingskerk Heerde) maakte ik in Adventstijd dit schilderij over Maria. In mijn toelichting citeerde ik Luther in zijn geweldig mooie boekje: Magnificat (1521)
Dit was mijn tekst:
We zien hier de aankondiging van de geboorte van Jezus.
De engel zegt gewoon, dag Maria, lief kind, en dan komt zijn boodschap.
Het zal je maar gebeuren, een meisje uit de derde klas van het VO.
Vroeger ging men eerder trouwen dan nu.
Ze is al verloofd met Jozef, leerling-timmerman, niveau drie op Deltion,
die misschien wel aan een tweepersoonsbed werkt.
We horen in Lucas 1 wat de engel zegt en Maria haar reactie daarop.
Op het schilderij staat Magnificat, wat ‘maak groot’ betekent.
Ze maakt God groot om wat hij aan haar doet.
Luther heeft een boekje hierover geschreven en wijdt wel 60 bladzijden aan de lofzang van Maria , dat al eeuwen in de kerk en dagelijks in het klooster gezongen wordt.
Dat gaat als volgt: Maria zegt niet: kijk, daar ben ik nou helemaal geschikt voor!
Nee, ze zegt dat God omgezien heeft naar zo’n eenvoudig meisje, een vakkenvullertje, een assepoestertje, een dienstertje, in de woorden van Luther.
Hij heeft oog gehad voor mij, zingt ze.
God kan niet omhoog kijken (wat een humor!)
God kan alleen omlaag kijken, boven Hem is niets hogers.
Maria kan alleen maar opkijken, zij behoort bij de geringsten.
Maar alle geslachten zeg maar tot nu aan toe zullen haar gelukkig prijzen.
Dat zie je hier op dit schilderij.
Het frappante is dat Zwingli, de Zwitserse reformator in 1522 ook een preek houdt en die in druk uitgeeft over hetzelfde onderwerp. Al denk ik dat de Zwitser de publicatie van de Duitser nog niet kende. De tijd was er rijp voor. Mariaverering? Er kwamen scheurtjes in. Ook Zwingli beschouwt haar als een gewoon mens en geen heilige, die voorbede doet voor ons.
Uiteraard roept dit onderwerp spanningen op die leiden naar een conferentie over veranderingen in de kerk.
Lucas Cranach: Breslauer Madonna